1. Fenomenen
- Objecten, geluiden, bewegingen, situaties en gebeurtenissen die men tegenkomt in de wereld; verschijnselen.
ov. Ook footage kan een verschijnsel zijn. Als dit gegeven een cruciaal aspect van onze waardering is, wordt het door ons als fenomeen gezien.
2. Footage
- Materiaal dat ergens naar verwijst.
- Materiaal kan zijn: foto's, tekeningen, films, notities, geluidsopnamen.
ov. Wanneer een 'wereld' volledig uit verwijzend materiaal bestaat, is het de vraag of je fragmenten hieruit zonder meer als footage kan behandelen, ondanks het feit dat ze footage als bouwstenen hebben (vb. Facebook/Google Earth).
1. De wijze van documenteren moet ondergeschikt zijn aan het gedocumenteerde.
- Formele aspecten zoals: overmatig contrast; stijl-citaten; extreem perspectief etc. kunnen het gedocumenteerde overschaduwen en de aandacht op de documentatiewijze vestigen.
ov. Het ontstaan van een specifieke stijl die zich herkenbaar over de gehele website laat aanwijzen is geen streven.
2. Bewerkingen op het materiaal zijn toegestaan mits ze in dienst staan van de leesbaarheid van het werk.
1. Artistieke intentie
- Uitgesloten is materiaal dat met een duidelijke artistieke intentie is gemaakt.
ov. Het is de vraag in hoeverre je een industrieel ontwerper -ook al werkt deze in een toegepast domein- artistiek bewustzijn kan ontzeggen.
2. Betekenisverandering
- Wanneer het materiaal duidelijk een publiek heeft beoogd kan het alleen worden overgenomen als de oorspronkelijke betekenis verandert.
3. Bekendheid
- Het type materiaal en of de omgang hiermee, moet relatief onbekend zijn op moment van plaatsing.
4. Bestaande Kunst
- Op bestaande kunst lijken zegt niets over artistieke waarde.
5. Aura / patina origineel
- Het aura of patina van het origineel is geen reden om iets te selecteren.
6. Ironie
- Wij mogen niet in de valkuil van snobistische/onzekere ironie trappen.
vb. snobistische ironie: Een serieuze lezing van de inhoud krijgt geen kans wanneer ironie de auteur en publiek in een onderonsje boven de oorspronkelijke maker stelt.
vb. onzekere ironie: Een ironische behandeling van materiaal kan dienen als indekking tegen vermeende smakeloosheid.
7. Anekdote
- Een anekdote over hoe het materiaal tot ons is gekomen mag geen rol spelen in de waardering van de vondst.
8. Opwinding vondst
- Opwinding over het gegeven van de vondst an sich is geen reden om iets te selecteren
9. Contributors
- Persoonlijke betrokkenheid met en/of de (artistieke) status van contributors mag geen rol spelen.